De dag na ons koud avontuur kozen we ervoor om… opnieuw de Asahidake te bezoeken, zij het dan vanop de voet van berg – we klimmen nooit meer naar die top :-).
De dag na ons koud avontuur kozen we ervoor om… opnieuw de Asahidake te bezoeken, zij het dan vanop de voet van berg – we klimmen nooit meer naar die top :-).
Maar we konden de berg nu tenminste zien: geen mist en zelfs af en toe wat zon. Aan de voet van de Asahidake is er een korte, makkelijke wandelroute van amper 3km die je langs een aantal meertjes en geisers brengt. We namen dan de bus naar Asahikawa en daarna de trein naar Sapporo.
In Sapporo bezochten we het Northern People Museum. Dit piepkleine (het bestaat eigenlijk uit 1 ruimte) en wat oubollige museum herbergt informatie en materialen die de cultuur beschrijven van Noordelijke volkeren die inheems zijn in Hokkaido en de omgeving, met de nadruk op de Ainu. De eerste Ainu waren harig, hadden rode ogen en leefden als jager-verzamelaar. Hun cultuur was verfijnd. Dit blijkt uit hun unieke kleding en epische liederen en verhalen in een taal die danig verschilt van het Japans. Tot aan de Meiji-restauratie bleef het contact tussen Japan en de Ainu in Hokkaidō beperkt tot handel, en de mensen in het noorden van het eiland werden grotendeels met rust gelaten. Toen de Japanners echter probeerden Hokkaidō volledig te koloniseren, was de impact op de Ainu rampzalig. Hun cultuur werd onderdrukt, ze werden afgesneden van het land van hun voorouders, hun bossen waar ze eertijds jaagden werden gekapt en ze werden het slachtoffer van tal van epidemieën waarvan ze geen natuurlijke immuniteit ontwikkeld hadden. Pas in 2008 keurde het Japanse parlement een resolutie goed waarin de Ainu voor het eerst in 140 jaar werden erkend als een inheemse bevolking met een eigen taal, religie en cultuur.
In de Botanic Garden staat ook het oudste museum van Hokkaido, gebouwd in 1882, een gebouw in koloniale stijl.
’s Avonds aten we ラーメン (“ramen”), een Japans gerecht van tarwe-noedels geserveerd in een vleesbouillon. Je vindt in de meeste steden een hele reeks van heel kleine restaurantjes (er is plaats voor hooguit 10 personen die op kleine krukken rond de chef zitten). In een aantal van die restaurantjes doe je je bestelling via een automaat, waar je eerst geld moet insteken. Eigenlijk best wel handig: zo ontstaan er geen misverstanden over wat je precies besteld hebt en op het einde hoef je niet te wachten op de rekening.