Vanmorgen stond een bezoek aan het Mazda museum op het programma. Naast wat leuke oude wagens is vooral de rondleiding bij de assemblageband de moeite waard. Technologische hoogstandjes met lasergestuurde robotten en zelfrijdende karren met onderdelen naast Japanse werkkracht, want er gebeurt nog heel wat manueel op de montageband. We vonden het opvallend dat het niet 1 specifiek model is dat er gemaakt wordt, maar op dezelfde band zagen we achter elkaar zowel een gewone auto, als een coupé en eentje met een open dak. Ik vermoed dat dat is om de eentonigheid van het werk tegen te gaan.
Onze gids was een heel vriendelijk meisje dat echter niet zo goed Engels sprak, tenminste, we vermoeden dat ze haar script van buiten had geleerd. Soms ging het dan ook mis en begrepen we niet wat ze eigenlijk bedoelde.
Ook hier bleek weer dat timing zeer belangrijk is: de bus die ons van de hoofdzetel naar het museum bracht, zou vertrekken om 10u. Dat gebeurde dan ook stipt. En op het einde, na een filmpje, zei de gids dat we nog even in de nieuwste Mazda mochten plaatsnemen, dat we zeker ook de shop even moesten bezoeken en dat de toiletten rechts achteraan waren. Om daar dan in 1 adem aan toe te voegen: “Please be ready for the bus in 3 minutes.” En dat was geen grap of verspreking, precies 3 minuten later werden we op de bus verwacht.
Na het bezoek aan Mazda reden we met de trein naar Miyajimaguchi, waar we de JR ferry namen naar Miyajima, een eiland in de Japanse binnenzee (de ferry is gratis voor JR Pass holders).
Met de kabelbaan ging het dan naar Shishiiwa Station Observatory waar je al een mooi zicht hebt op de zee en de eilanden. Maar daarna is het nog een half uur klimmen naar de top van Mount Misen die meer dan 500m boven de zeespiegel ligt. Je inspanning wordt wel beloond met een fantastisch uitzicht. Jammer dat de rust verstoord werd door een bende zeer luidruchtige Amerikanen.
Je kan met de kabelbaan terug naar beneden, maar het is mooier om via de Daisho-in Hiking Track af te dalen. Dat deden we dan ook, en onderweg kwamen we nog wat mooie tempeltjes en een waterval tegen. Reken wel op ruim anderhalf uur stevig afdalen.
Miyajima is het bekendst om de Itsukushima Shrine en dan vooral de Torii die bij hoogtij in het water staat. Het stadje loopt trouwens ook vol herten, het deed me een beetje aan Nara denken.
We keerden terug met ferry, trein en het laatste stuk met de tram: het was vandaag prachtig weer en dus wou Philippe nog wat foto’s maken van wat er gisteren in de regen nogal somber uitzag op de plaats van de herdenking van de A-bom. Op de tram geldt de JR Pass niet: het systeem om te betalen is hetzelfde als wat we van onze vorige trip op bussen hadden gezien: bij het opstappen neem je een ticket uit de automaat naast de deur. Op dat ticket staat een nummer dat aangeeft waar je opgestapt bent. Met dat nummer kan je dan, bij het uitstappen, zien hoeveel je moet betalen. Je stapt vooraan af, bij de bestuurder, en gooit het ticket, samen het met bedrag in muntstukken, in de gleuf. Niet genoeg muntstukken bij? Naast die gleuf zit ook een wisselautomaat die briefjes van 1000 yen en muntstukken van 500 omwisselt in kleinere stukken.

We gingen eten in het nummer 1 restaurant van Hiroshima, tenminste volgens TripAdvisor: お好み村 (Okonomimura – www.okonomimura.jp). Je krijgt er okonomiyaki, een soort hartige pannenkoek, met groenten, zeevruchten, varkensvlees en noedels. Niet slecht, maar dat dit het beste restaurant van de stad is, durven we toch te betwijfelen.


















