Categorieën
Japan3

Japan 3|dag 8 – avontuur in de mist

We zitten intussen in Sapporo, we hebben onze bagage terug, en ik dus ook mijn mini-laptopje, dus hierbij, met een dag vertraging, het verslag van ons avontuur van gisteren.

Het plan was dus om de Daisetsu-zan central walk te doen: vertrekkend vanuit Sōunkyō naar Asahidake Onsen wandelen, een pittige hike van ruim 12 km via de Asahidake, de hoogste top van Hokkaido (2290m).

We zouden onze bagage dan ’s morgens opsturen naar het hotel in Asahidake Onsen waar we in de late namiddag zouden toekomen, via TA-Q-BIN, een service van de Japanse koerierdienst Yamoto, waarbij je bagage van het ene hotel naar de andere kan doorsturen. Het was alleen een beetje onduidelijk of die bagage dezelfde dag nog zou toekomen, of de volgende dag. De afgelopen dagen had ik dan ook al 2 keer mijn beste Japans bovengehaald om aan de receptie van het hotel wat duidelijkheid te bekomen. We begrepen dat het niet dezelfde dag kon, maar dat het de volgende dag vóór de middag zou toekomen. Ik had ook al alle gegevens in het Japans laten invullen.
Een andere onzekere factor was het weer: de verschillende weerapps waren het niet eens met elkaar: volgens sommige zou het mooi weer worden, andere hielden het op bewolkt, maar het zou volgens alle apps wel droog blijven. Tenslotte was het ons ook niet helemaal duidelijk hoe koud het op de top zou zijn: belangrijk om te weten hoeveel kleren we zouden moeten meenemen.
We hadden dan ook het volgende strakke plan uitgedokterd: we zouden vroeg ontbijten, de bagage in het hotel achterlaten en bij het opengaan van het Sōunkyō Visitor Center om 8u gaan vragen naar de stand van zaken over het weer, de temperatuur boven op de top en de status van de trail. Als dat allemaal OK was, zouden we terug naar het hotel gaan om de bagage te laten opsturen. Als het niet OK zou, zijn, zouden we de bagage bij het hotel oppikken en met de bus naar Asahidake Onsen gaan, maar die vertrok om 8u40, dus veel tijd om te beslissen hadden we niet. Die bus rijdt niet rechtstreeks (er is geen weg tussen beide plaatsen), maar gaat naar Asahidawa, waar we een paar uur later een andere bus naar Asahidake Onsen zouden kunnen nemen.
In het Vistor Center kregen we te horen dat boven er een sterke wind stond, dat het zo’n 5 graden zou zijn en dat het droog zou blijven, met eerst nog wolken maar in de namiddag opklaringen. Wij dus terug naar het hotel om de bagage te laten opsturen. Het berekenen van hoeveel dat zou kosten nam wat tijd in beslag en toen dan alles ongeveer klaar was, vroeg ik nog maar eens, ten overvloede “明日の朝荷物が来るでしょう?” (“de bagage komt zeker morgenvroeg toe nietwaar?”), en toen zei de receptioniste, met behulp van Google Translate “misschien morgen, maar misschien ook overmorgen”. We hoorden toen dus voor het eerst dat het zou kunnen dat onze bagage niet op tijd zou arriveren in Asahidake Onsen. Dat was een groot probleem, want we zouden daar maar 1 nacht blijven, en dan doorreizen naar Sapporo. Het was 8u32, over 8 minuten zou de bus vertrekken… We moesten dus heel snel beslissen of we het risico zouden nemen… en besloten uiteindelijk om de bagage dan maar naar het daaropvolgende hotel (in Sapporo) te sturen, zodat we iets meer speelruimte hadden. Alle papieren moesten dus opnieuw worden ingevuld en toch wat onzeker over of en wanneer we onze bagage zouden terugzien, trokken we naar het beginpunt van de hike.
Daar wachtte de tweede onaangename verrassing: voor je aan de beklimming start, moet je je naam opschrijven en aangeven welke tocht je wil maken. Er waren heel wat keuzemogelijkheden, maar de lange tocht via de Asahidake die wij wilden maken, stond er niet bij! Die kon wel met de hand worden toegevoegd, maar de vrouw die bij de lijst stond, zei in heel gebrekkig Engels dat het “dangerous” was, en dat er sneeuw lag, en gebaarde dat we met onze stevige wandelschoenen toch niet voldoende uitgerust waren. Dat maakte ons behoorlijk ongerust, en ook wel een beetje kwaad, want in het Visitor Center had men ons daarover niks gezegd. De bus van 8u40 was intussen al lang weg, en onze bagage ook. Na wat twijfelen zijn we dan toch maar aan de tocht begonnen, maar behoorlijk bezorgd…
De tocht begint met een heel pittige beklimming, maar boven word je beloond met een mooi uitzicht, en er waren wel wat wolken, maar regelmatig toch ook zon. Ook de eerstvolgende kilometers was dat nog het geval, al namen de wolken wel meer en meer toe. Toen we zowat 1/3 van de tocht afgelegd hadden sloeg het weer om: er kwam veel meer wind en op een bepaald moment begon het ook te regenen. Ijskoude regen zelfs. Het zicht was intussen ook erg verminderd en vanaf een bepaald moment zaten we helemaal in de mist. Je zag hooguit enkele tientallen meters ver, dus zelfs van het uitzicht genieten was er niet meer bij. We passeerden langs de top van een aantal iets lagere bergen, maar de laatste beklimming, naar de Asahidake zelf, bleek de moeilijkste, omdat je telkens wegschoof in het vulkanische gruis. Het leek een half uur lang wel alsof je continu in duinen probeerde omhoog te komen. We zaten ook helemaal in de mist, dus je zag ook helemaal niet of de top nog veraf was of niet. En we hadden intussen al bijna 10 km vooral klimmen in de benen, dus het was allesbehalve prettig.
Toch stonden we uiteindelijk dan toch nog sneller dan verwacht op de top… waar je dus niks zag, want de mist had intussen de zichtbaarheid beperkt tot een paar meter. En toen moesten we nog aan de afdaling beginnen. Die was wellicht nog het vervelends van de ganse tocht. Over zowat 2,5 kilometer moet je ruim 650m dalen, een dalingspercentage van gemiddeld 30%, meestal tussen rotsen. Er leek geen eind aan te komen, ook al omdat je, door de mist, dat eind ook niet zag. Wat waren we blij om eindelijk het gebouw van de kabelbaan in de mist te zien opduiken… Uitgeput, doornat en verkleumd arriveerden we, 7 uur na ons vertrek uit Sōunkyō, in ons hotel in Asahidake Onsen, zonder bagage (we hadden enkel een rugzakje met de essentials mee: wat reserve-kleren (die intussen ook nat geworden waren) en een tandenborstel).