Voor de derde keer reizen we door Japan. We zijn eigenlijk eergisteren al vertrokken, met een nachtvucht vanuit Zaventem naar Tokio (Narita). Ik slaap telkens erg slecht op een vliegtuig en dat was jammer genoeg deze keer niet anders.
In Narita namen we de Airport Limousine Bus naar de andere grote luchthaven (Haneda) waar we de volgende dag, vandaag dus, de vlucht naar Hokkaido nemen. Het hotel waar we afgelopen nacht sliepen, ligt dicht bij de luchthaven en er is op geregelde tijdstippen een gratis shuttle bus, maar die is “first come, first served”. Er werd ons gisteren aan de receptie aangeraden om op tijd uit te checken om zeker een plaats te hebben. We vroegen ons af hoe dat systeem dan zou werken (zou je dan bv. een ticket met volgnummer krijgen?), maar het bleek erg eenvoudig (en wellicht wel doeltreffend): er staat in de inkomsthal een reeks stoelen en je gaat gewoon op de eerste vrije stoel zitten. En uiteraard zijn er exact even veel stoelen als er plaatsen in de shuttle bus zijn 🙂
In tegenstelling tot de vorige 2 reizen gebruiken we deze keer ook inlandse vluchten en hebben we geen Japan Rail Pass: de meeste streken die we bezoeken (Hokkaido, Yakushima, Hakone/Fuji) hebben immers geen hogesnelheidslijnen. Als we met de trein van Tokio naar Utoro in Hokkaido zouden willen, dan zijn we zowat een dag onderweg. Nu doen we er 1u40 over met het vliegtuig en dan nog 2u bus. Ik schrijf dit tekstje in het vliegtuig, en straks wordt het nog even spannend, want de bus naar Utoro vertrekt exact 30 minuten nadat we geland zijn. De vraag is of we tegen dan onze bagage hebben en de juiste bus stop gevonden hebben. Anders wordt het ruim 3u wachten op de volgende bus.
—
We hadden ons geen zorgen moeten maken, de meeste dingen zijn hier erg goed geregeld en dat bleek ook in dit geval. Minder dan een kwartier na het landen hadden we onze bagage en in de aankomsthal staat een automaat waar je bustickets kan kopen. De bus stond al klaar, maar wachtte uiteraard exact tot het geplande vertrekuur, zodat we eigenlijk nog 10 minuten over hadden.
Ruim 2 uur later arriveerden we dan eindelijk op de eerste echte bestemming van onze reis: Utoro, het meest oostelijke punt van Japan waar we tot nu toe geweest zijn. Dat wordt onze uitvalsbasis voor een bezoek aan Shiretoko Goko morgen.
Vanavond beklommen we nog de Oronko Rock, een rots die 60m uit de zee omhoog komt en een ideaal uitkijkpunt over het stadje, de bergen en de oceaan vormt.
Ik had ook een restaurantje geselecteerd, maar dat bleek dicht te zijn. Gelukkig was het restaurant dat ik voor morgen uitgekozen had, wel open en daar hebben we lekkere ramen-miso met varkensvlees en groentjes gegeten.
Daarna moesten we op zoek naar een ATM van A.EON bank, want het is nog steeds niet evident om in Japan geld af te halen met je Maestro-kaart. Enkel ATM’s van A.EON en Family Mart schijnen voor Europese bankkaarten te werken. Je kan dus niet zomaar gelijk welke geldautomaat gebruiken. Philippe’s kaart bleek sowieso niet te werken, de mijne gelukkig wel. Je hebt hier in Japan vaak cash geld nodig: voor zo goed als alle bussen bv., en daarbij moet je muntstukken of biljetten van 1.000¥ gebruiken, via een toestel in de bus. De chauffeur heeft dus geen wisselgeld. Ook sommige hotels die we geboekt hebben, aanvaarden enkel cash geld. Het is een van die vreemde contrasten tussen de technologische voorsprong die Japan op bepaalde vlakken heeft en de duidelijke achterstand op andere.