Categorieën
Scandinavië2025

ma 7 jul – Estland | dag 11 – Tallinn vanuit de hoogte

Vanochtend scheen de zon. En die was welkom na gisteren toen het bijna de ganse dag geregend heeft. Het kwam dan ook mooi uit dat Philippe een (lange) wandeling doorheen Oud-Tallinn had uitgestippeld. Al bleven we ook hier een beetje op onze honger zitten: Tallinn zou de mooiste stad die we aandoen op onze reis door de Baltische Staten moeten zijn, maar echt overtuigen kon de stad ons niet.

Het oude centrum ligt op 900m van ons hotel, maar om daar te geraken moet je wel een ongelooflijk kluwen van oversteekplaatsen gebruiken, waarbij je telkens lang moet wachten op groen licht voor de voetgangers, want ook hier staat alles in het teken van de auto. Vervelend.

We verkenden eerst de omgeving rond Pikk, de langste straat van Oud-Tallinn.

Café Hell Hunt (‘Lieve Wolf’), een van de eerste ‘westerse’ cafés na de val van het communisme

We liepen daarbij ook langs de Niguliste kirik, die morgen op het programma stond, want volgens de website was die op maandag dicht. Maar ze bleek toch open te zijn, dus bezochten we deze gotische kerk uit de 13de eeuw, die in de Tweede Wereldoorlog platgebombardeerd werd en vervolgens herbouwd van 1953 tot 1984. Een belangrijke bezienswaardigheid is het hoofdaltaar. Een ander topstuk is het beroemde fragment van de “Danse Macabre” (Dodendans) van Bernt Notke, een schilderij uit de 15e eeuw dat de middeleeuwse visie op leven en dood uitbeeldt. Het hangt echter achter glas en viel niet te fotograferen.

Retable of the High Altar of St. Nicolas Church, 1478-1481
The Holy Kinship Alterpiece, early 16th century

Het uitzicht vanop de toren moet ook mooi zijn, maar de toren was gesloten tot 12u, blijkbaar omdat de ramen gepoetst werden. Maar met ons ticket zouden we later vandaag opnieuw binnen mogen.

We trokken dan naar de beroemdste verdedigingstoren van de Baltische landen: ‘Kiek in de Kök‘. Het is een massief bouwwerk uit laat 1400, dat in heel wat oorlogen de stad heeft behoed voor vreemde heersers. De naam ‘Kiek in de Kök’ ofwel ‘kijkje in de keuken’ heelt de toren te danken aan het feit dat volgens de overlevering de soldaten door de schietgaten in de keukens van de dichtbij gelegen huizen van de stad konden kijken.

We klommen dan de Domberg op om de bovenstad te verkennen, en daalden dan weer af om in de Baltische Stationsmarkt te lunchen. Het werd een lekker Japanse lunch, met onigiri en sushi. Ernaast ligt Telliskivi Creative City, met oude fabrieken en pakhuizen uit de  Sovjetperiode, waar nu allerlei winkeltjes, bars en restaurantjes zitten. Er is ook heel wat street art te zien.

Intussen waren de ramen van de Niguliste kirik gewassen en dus keerden we op onze stappen terug om via een erg trage lift tot op de hoogste verdieping van de toren te geraken, waar het uitzicht inderdaad erg mooi was.

Morgen verlaten we de Baltische Staten, want we nemen de ferry naar Helsinki.