Na een aarzelende start liet de zon zich vrij snel zien en werd het opnieuw een zomerse dag. Ideaal, want we begonnen de dag met 3 parken. Er stonden ook 2 musea op het programma, maar die gaan hier in Buenos Aires allemaal laat open (sommige om 11u, andere pas om 12u of 13u), dus dat was iets voor de namiddag.
Eerst kwam Jardín Botánico Carlos Thays aan bod. Het ligt in het Barrio Parque, dat als het meest welgestelde deel van de wijk Palermo ook wel Palermo Chico wordt genoemd. Er zijn heel wat ambassades, maar ook bescheidener appartementen voor de gegoede burgerij. En veel parken. Carlos Thays werd in 1849 in Parijs geboren en kwam in 1889 naar Argentinië om het Sarmiento Park in Córdoba te ontwerpen. Tijdens zijn tijd in Córdoba raakte Thays gefascineerd door het jonge land en besloot hij de rest van zijn leven in Argentinië door te brengen. Na zijn verhuizing naar Buenos Aires werd hij in 1891 benoemd tot directeur van parken en wandelpaden van de stad. Deze functie gaf hem aanzienlijke invloed op het ontwerp van de openbare ruimtes van de stad en zijn erfenis is nog steeds sterk voelbaar. Een van zijn favoriete projecten was de Botanische Tuin van Buenos Aires, waarvoor hij het stadsbestuur verzocht om land (bijna 8 hectare) apart te zetten, dat hij in secties verdeelde om planten te tonen per continent op het eind van de negentiende eeuw.









We staken daarna de straat over en bezochten de Jardín Zoológico. Sinds de opening van de zoo in 1888 waren de dierenverblijven niet gemoderniseerd en daar kwam de afgelopen decennia heel wat protest tegen. In 2016 haalde de dierenbescherming het, de zoo werd gesloten. Maar de meeste gebouwen werden bewaard en kregen intussen een nieuwe bestemming: de Jardín Zoológico is nu een ecocentrum. Er zijn nog wel een paar dieren, maar die leven in veel betere omstandigheden. En verder zijn er interactieve tentoonstellingen, kan je er eten en drinken, is er een speeltuin, kortom, ideaal voor families met kinderen – zeker op een zaterdag 😉







Nog verder ligt el Rosedal, waar in september en oktober meer dan achttienduizend rozen bloeien. We zijn al ruim in november, maar er waren nog heel wat mooie bloemen te zien.




Het was intussen ver na de middag en de honger begon te knagen. In het park was er een food market waar we aan een kraampje een sandwich met gegrild vlees kochten. Best wel lekker.
Dan trokken we naar het Museo de Arte Latinoamericano Buenos Aires (MALBA). Het bevat de privécollectie van de Argentijnse zakenman en filantroop Eduardo Constantini. Het bevat vooral avart-gardistische Zuid-Amerikaanse kunst.











Tenslotte bezochten we het Museo Nacional de Arte Decorativo, gevestigd in het Palacio Errázuriz, een herenhuis in beaux-artsstijl waar de Chileens diplomaat Matías Errázuzir Ortúzar en diens Argentijnse vrouw Josefina Errázuzir de Alvear woonden. Na hun dood werden het huis en de fraaie collectie Aziatische en Europese kunst nagelaten aan de staat.




Geen 20.000 stappen vandaag, maar we kwamen met ruim 18.000 toch in de buurt 🙂

