Categorieën
Argentinië/Uruguay

wo 06 – Argentinië | dag 3 – Buenos Aires: een stad met vele gezichten

Iets meer wolkjes vandaag, maar onschuldig, en ook iets meer wind, maar het voelde als zomer, het was dus opnieuw een prachtige dag. We kregen vandaag een ander Buenos Aires te zien, in meerdere facetten. Daarover straks meer, eerst nog even meegeven waar we gisterenavond gingen eten.

Opnieuw had Philippe een lokaal restaurant uitgekozen. Dit keer was dat Centro Asturiano, een restaurant waar vooral Argentijnse families en vrienden kwamen eten: behalve wij waren de enige andere buitenlanders een groep, naar ik vermoed, Chinese uitwisselingsstudenten. We aten er rabas (gefrituurde inktvisringen) en paella. Het was lekker, maar wat duurder dan de dag ervoor, al kwam dat voor een stuk omdat de ober op de rekening zelf een tip had bijgeschreven! De reviews op het internet hadden al gewaarschuwd voor de norse bediening 🙂

Centro Asturiano

Vandaag trokken we eerst naar Micro-Centro. Dat is het bank- en handelsdistrict ten noorden van het Plaza de Mayo. Het wordt ook wel eens La City genoemd. Tijdens de economische ineenstorting van het land in 2002 bood La City een onvoorstelbare aanblik. De meeste banken en handelskantoren hadden hun gevels beschermd met golfplaten of multiplexplaten uit voorzorg tegen vernielingen van woedende klanten wier geld steeds minder waard werd en wier tegoeden op last van de regering waren bevroren.

We liepen langs de belangrijkste oost-westas, de Avenida Corrientes, die het hart van het theaterdistrict vormt. De porteños (= de inwoners van Buenos Aires, letterlijk “mensen van de haven”, zo genoemd omdat de voorouders van heel wat inwoners met de boot uit Europa kwamen) noemen het “de straat die nooit slaapt”. Dat merkten we ook: bijzonder veel auto’s, en dus ook lawaai. Dat zie je in de ganse stad, de Argentijn (die het zich kan veroorloven) doet alles het liefst per auto. Er zijn dan ook heel wat erg brede boulevards met meerdere rijstroken. Om de paar honderd meter zie je ook een grote letter E langs de gebouwen om aan te geven dat er een parkeergarage is. Dat zijn bewaakte garages waar vaak auto’s naast elkaar, maar ook voor en achter elkaar geparkeerd staan en het dus soms even wachten is voor je je auto terugkrijgt omdat er wat andere auto’s verplaatst moeten worden. Regelmatig zie je nog vergane glorie: de garages zitten dan in een gebouw dat ooit majestueus moet geweest zijn, maar intussen al half vervallen is. Een illustratie van de rijkdom die het land lang geleden heeft gekend, maar intussen al decennia in een crisis zit. Al hadden we daar tot dan toe niet heel veel van gemerkt: overal zijn er winkels – ik had veel meer leegstand en gesloten zaken verwacht. Al zou in de namiddag blijken dat er andere buurten zijn waar de armoede wel zichtbaar is.

Er bevinden zich in de Avenida Correintes meer dan tien theaters van verschillend formaat. Van de jaren 30 tot 50 was de Corrientes het epicentrum van het gouden tijdperk van de tango. Tijdens de dictatuur werden talloze culturele evenementen verboden, zodat de lichten op de Avenida in de jaren 80 en 90 doofden. Een flink aantal theaters kwam leeg te staan. Pas in de 21ste eeuw kwam de straat weer tot leven. 

Wanneer de voorstellingen op de grote podia in de late avond tot een einde komen, stroomt het publiek naar de talloze pizzeria’s en ijssalons in de straat. De Corrientes heeft niet alleen op cultureel, maar ook op culinair gebied een naam hoog te houden: nergens in Buenos Aires heb je voor een slice of hoorntje zo veel keus als hier.

Letterart op de bus

We dronken een koffie in El Gato Negro, een koffiehuis dat uitgeroepen is tot historisch erfgoed. Je kan er koffie drinken, maar ook kopen, net zoals een ruime collectie aan thee en specerijen.

Een eindje verder, in Recoleta, ligt El Ateneo Grand Splendid, een van de mooiste en meest iconische boekhandels ter wereld. Het gebouw werd in 1919 geopend als theater en later als bioscoop, ontworpen door de architecten Peró en Torres Armengol. Het bood plaats aan zo’n duizend toeschouwers. Het was een centrum van het culturele leven in Buenos Aires en speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van de tango. In 2000 werd het theater omgebouwd tot een boekhandel door de boekhandelketen Grupo Ilhsa, die besloot de historische elementen van het theater te behouden. In plaats van de stoelen staan er nu boekenplanken en leesplekken, en de voormalige podiumruimte is omgebouwd tot een café, waar bezoekers kunnen lezen of genieten van de prachtige omgeving. Het gebouw heeft nog steeds zijn originele details, zoals de elegante balkons, het indrukwekkende plafond met fresco’s, en het luxueuze interieur in neoclassicistische stijl.

In een lokale panadería kochten we sandwiches die we in een parkje in de buurt opaten. Ze hebben wel niet veel met parken, de Argentijnen. Er zijn er wel een paar, maar je zit dan toch nog altijd met auto’s die langs de 4 zijden voorbijrazen (of al toeterend in de file staan).

Walk the dogs

Dan trokken we naar La Boca. Er loopt geen metro naartoe en je kan er wel naartoe wandelen (er ligt een metrostation op zo’n 20 minuten), maar dat wordt afgeraden. We namen dus noodgedwongen weer de bus. Intussen had ik begrepen dat we bij het opstappen aan de chauffeur moeten zeggen waar we naartoe moeten, die tikt dan een code in op zijn terminal en dat bepaalt hoeveel er van je SUBE-kaart gaat. Onderweg merkten we dat dit een compleet andere wijk is, waar de mensen het duidelijk veel minder goed hebben dan de wijken waar we tot nu toe waren.

La Boca
La Boca

In La Boca bezochten we eerst het Museo Benito Quinquela Martín. Da’s een kunstenaar die zijn atelier schonk aan de stad. Er hangen heel wat van zijn eigen werken, die mij persoonlijk niet echt kunnen bekoren – ik heb uiteindelijk dan toch maar 1 foto van een van zijn werken genomen omdat we in zijn museum waren, maar het is niet mijn smaak. In het museum was er zo goed als geen volk.

Vlakbij echter, in El Caminito, kon je bijna over de koppen lopen. Waar al die toeristen plots vandaan kwamen, is ons een raadsel. El Caminito is een bochtig voetgangersstraatje waar ooit een spoorweg liep, maar wat wij omschrijven als een tourist trap: toeristen worden met bussen gedropt om foto’s te maken van de levendig gekleurde, met golfplaten beklede conventillos (huizen) en te eten, te drinken en te shoppen in allerlei bars, restaurants en winkeltjes. Het voelde heel erg fake aan. Maar er is een publiek voor blijkbaar.

Wij vluchtten naar Fondación Proa, een hedendaags kunstmuseum, waar we hedendaagse kunst verwachtten, maar er bleek een oninteressante tentoonstelling over de Inca’s te zijn. Nu ja, misschien is ze wel interessant, maar de (summiere) uitleg was weer enkel in het Spaans en de audiogids was in zo’n schabouwelijk Engels dat ik het na een paar minuten opgegeven heb.

En zo zit er alweer een dag bijna op. Een dag die ik, net zoals gisteren, in short heb doorgebracht. Tijdens de voorbereiding had ik overal gelezen dat Argentijnen geen shorts dragen. En dus heb ik er ook maar 1 mee. Maar eergisteren al, toen het zo regende, bleek dat niet helemaal te kloppen. Het moet gezegd, veel lange broeken in het straatbeeld, maar dat er geen shorts te zien zijn, klopt niet. En met 25 graden vond ik dat ik de stad ook best in korte broek kon verkennen.

Straks gaan we nog naar alweer een lokaal restaurant, dit keer iets Italiaans.